Thijs.De teckel is een kleine dappere hond die niet alleen leuk als huishond is, maar het is ook een prima jachthond.
De oorsprong van de teckel ligt bij de brakachtigen , waar de korthaar uit is voortgekomen.
Door het kruisen van de korthaarteckel met andere rassen; terriërs bij de ruwharen, Spaniël en Ierse setter bij de langharen, ontstonden er andere variëteiten.
Er zijn 9 variëteiten bij de teckels, 3 grootte (standaard, dwerg en kanninchen) en 3 haarvariëteiten (ruwhaar , langhaar en korthaar).
In de Duitse rasstandaard wordt aan alle variëteiten voorwaarden gesteld op gebied van exterieur en karakter.
Zo zijn specifieke eisen voor een teckel ; een lang borstbeen en een lang borstbeen om een goede borstkast te verkrijgen, ook de vorm van de borstkast is belangrijk.
Niet te vlak en zeker niet te rond. Ook de hoekingen van de poten en de juiste verhoudingen van het botten is belangrijk.
Een hond die bv een te korte opperarm heeft kan niet goed gaan ( vloeiend lopen).
Daar heeft hij boven de grond geen probleem mee, maar onder de grond is de ruimte beperkter en moeten de bewegingen vloeiend zijn en goed in elkaar passen.
Ook de vachten zijn een belangrijk punt; een korthaar mag geen kale plekken( oren, hals, achterpoten) hebben, de langhaar mag niet te overvloedig in zijn haar zitten, wel lang haar aan de oren en ook een vlag aan de staart en broek, maar geen volle wollige vacht.
Voor de ruwhaar geld dat deze op afstand een korthaar moet lijken met een baardje en een snor.
Ook hier geldt dat zacht haar (lichaam , maar vooral poten), teveel haar of krullend haar, maar ook het ontbreken van een baard en snor, zeer ongewenst is.
Het karakter test men door middel van jachtproeven.
In deze proeven wordt gekeken naar de rasspecifieke aanleg voor het gebruik van de teckel op bouwjacht, zweetwerk en drijfjachten.
Bij de teckelverenigingen in europa worden er vele verschillende jachtproeven georganiseerd om de veelzijdige aanleg van de teckel te testen.
Alhoewel de teckel heeft laten zien dat hij de aanleg heeft, begint het jachthond worden pas tijdens de praktijkjacht met een jager.
Van de kleinste teckel, de kanninchen, zou niet zo snel gezegd worden dat deze ook wordt ingezet voor de jacht, maar het tegengestelde is waar.
Deze dappere hond wordt ingezet als bouwhond bij de konijnenjacht. Door zijn kleine maat is het moeilijk om deze hond in te zetten bij grotere jachtzaken, maar het karakter zou zo ontwikkeld moeten zijn dat het wel mogelijk zou moeten zijn.
Voor de andere variëteiten , standaard en dwerg , is er een andere jacht beschikbaar.
Deze teckels worden ingezet in de bouwjacht. De standaard en dwerg voor de vossen en dassenjacht en de dwerg, zoals al eerder gezegd, ook voor de konijnen bouwjacht.
De teckel moet voor deze vorm van jacht goed zijn getraind en een grote jachtpassie en roofwildscherpte bezitten. Zonder deze beide eigenschappen loopt een teckel onder de grond een reële kans op gevaarlijke verwondingen.
Het is dan ook zeer onverstandig een hond zomaar onder de grond laten gaan.
Zweetwerk is het nazoeken van aangeschoten of aangereden wild. Door de uitstekende neus van de teckel is deze in staat om een spoor van bloed, maar ook van een andere geur (bv,klier aan de achterpoten van een ree) na lange tijd nog op te pakken en de voorjager(ster) naar het wild te brengen.
Als er voldoende fokaanleg aanwezig is, dan is het eenvoudig om de teckel te leren wat zweetwerk is, maar ook minder getalenteerde honden moeten in staat zijn een zweetspoor te kunnen lopen.
Hier is dan wel een intensievere training voor nodig.
Voor drijfjachten, het in beweging brengen van wild in een bos, zijn teckels zeer geschikt.
Doordat zij niet te snel door het bos rennen, drijven zij het wild rustig op en hebben de jagers beter de kans om een stuk wild netjes te schieten.
Egbert (11 1/2 jr.)met het door hem uitgedreven wildzwijn, tijdens een korte drift.Ook tijdens een drijfjacht moet een teckel contact houden met zijn voorjager, maar dat wil nog wel eens een keer de wensen overlaten.
Dat wil overigens niet zeggen dat een teckel niet gehoorzaam gemaakt kan worden.
Egbert moet bij me komen: Geen zin!!Tijdens jachten moet er goed worden geluisterd en gehoorzaamd omdat er anders gevaarlijke situaties voor de hond kunnen ontstaan.
Het is dan ook een fabeltje om te zeggen dat teckels niet gehoorzaam kunnen worden.
Dit wordt overigens uitgebreid gekeurd tijdens diverse jachtproeven.
Ik werk met mijn 5 teckelreuen op alle disciplines in de jacht en heb met mijn teckelmannen al menig spoor nagezocht.
Ook worden mijn teckels regelmatig ingezet tijdens drijfjachten.
Al met al zijn teckels een "ras apart"